Levenseinde 1 (Ulrike Meinhof)    2013/15
acrylverf / doek     65 x 65 cm.
PB.30.7.13.12
RAF

De schilderijencyclus 'Levenseinde' heeft betrekking op de dood van Ulrike Meinhof, Andreas Baader, Gudrun Ensslin en Jan-Carl Raspe. Zij behoorden tot de eerste generatie van de Rote Armee Fraktion (RAF), ook wel Baader Meinhof Groep genoemd. De RAF verklaarde zich solidair met onderdrukte volken, was anti-kapitalistisch, anti-imperialistisch en tegen de oorlog in Vietnam, veroordeelde het nazi-verleden van Duitsland en was gekant tegen de aanwezigheid van voormalige nazi's op belangrijke posten in de naoorlogse Duitse Bondsrepubliek. De RAF voerde in de jaren 1970-1998 strijd tegen de Westduitse staat volgens het model van een stadsguerilla, en verrichtte gewelddadige acties (bomaanslagen, gijzelingen, moordaanslagen).

Dood

De gevangen genomen kopstukken van de eerste generatie van de RAF waren vanaf 1974 geconcentreerd in de extra beveiligde gevangenis 'Stammheim' in Stuttgart. Ulrike Meinhof (1934-1976) kwam daar in haar cel om het leven. Volgens de officiële lezing was het zelfmoord, maar binnen de RAF heerste de mening dat het moord was. De tweede generatie van RAF-leden probeerde door allerlei acties de staat onder druk te zetten om de gevangenen vrij te laten. Nadat ook de laatste poging daartoe was mislukt, vonden de gevangenbewaarders de ochtend daarna op 18 oktober 1977 Andreas Baader en Gudrun Ensslin dood in hun cellen; de zwaar gewonde Jan-Carl Raspe overleed kort daarop. De officiële doodsoorzaak luidde zelfmoord, maar dat werd door een deel van de RAF aangevochten.


Tekeningen, schilderijencyclus

Tijdens reizen naar de Bondsrepubliek Duitsland in de jaren zeventig werd mijn aandacht getrokken door het verschijnsel RAF, onder meer door de borden met portretten van gezochte RAF-leden en door de duidelijk zichtbare veiligheidsmaatregelen. Later heb ik op basis van fotomateriaal tekeningen gemaakt over deze groepering.
In de schilderijencyclus 'Levenseinde' staan de thema's gevangenschap en dood centraal tegen de achtergrond van niet-gerealiseerde doelstellingen en idealen, toegenomen geweldsuitoefening, maatschappelijk isolement en het wegvallen van de hoop op bevrijding.
De (onleesbare) tekstuele structuur op de achtergrond van het schilderij is opgebouwd uit teksten over de RAF en het betreffende RAF-lid. De woorden die wel leesbaar zijn, vormen korte citaten uit beschrijvingen van de situatie in de cellen na de ontdekking van de dode en zwaar gewonde gevangenen. In het schilderij over Ulrike Meinhof wordt dit citaat vooraf gegaan door haar uitspraak 'Wer nicht stirbt wird lebend begraben.'

Vertaling van de leesbare woorden op het schilderij.
- 'Wer nicht stirbt wird lebend begraben. Ulrike Meinhof hing leblos am Gitter ihres linken Zellenfensters'.
- 'Wie niet sterft wordt levend begraven. Ulrike Meinhof hing levenloos aan het traliewerk van het linkerraam van haar cel'.


Referenties
Aust, Stefan
Der Baader Meinhof Komplex
2008, Hoffman und Campe Verlag, Hamburg

Krebs, Mario
Ulrike Meinhof. Ein Leben im Widerspruch.
1999, Rowohlt, Reinbek bei Hamburg

'Ihr letzter Ausweg'
Stern Magazin, nr. 21/22, 20 mei 1976

 
<<<<<      DETAIL     INFORMATIE     OVERZICHT